bespannen
Nederlands
Woordafbreking
- be·span·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bespannen |
bespande |
bespannen |
zwak -d
gemengd |
volledig |
Werkwoord
bespannen [1]
- overgankelijk overspannen met weefsel, draden, snaren enz
- overgankelijk trekdieren spannen aan, voor
Verwante begrippen
- [2] inspannen, optuigen, tuigen, voorspannen
Afgeleide begrippen
- bespanning
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van bespannen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
Gangbaarheid
- Het woord bespannen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bespannen' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.