besluiten

Nederlands

Uitspraak

Geluid: besluiten (hulp, bestand)
IPA: /bəˈslœytə(n)/

Woordafbreking

be·slui·ten

Woordherkomst en -opbouw

afgeleid van sluiten met het voorvoegsel be-

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
besluiten	besloot	besloten
klasse 2	volledig

Werkwoord

besluiten

overgankelijk vaststellen hoe het moet, het maken van een keuze

- In de directievergadering besloten de directeuren om de bedrijven samen te voegen.
overgankelijk afsluiten

- De avond werd besloten met een kopje koffie.

Vaste voorzetsels

besluiten tot

Synoniemen

[2]: beëindigen

Hyponiemen

meebesluiten

Afgeleide begrippen

besluiteloos
besluitenlijst
besluithuis

besluitlijn
besluitmoratorium
besluitoverdracht

besluitproces
besluitsvorming
besluitvaardig

besluitvormend
besluitvormer
besluitvorming
besluitwet

Vertalingen

1. vaststellen hoe het moet

Duits: beschließen ^(de)
Engels: decide ^(en)
Ido: decidar ^(io)

Pools: decydować ^(pl)
Spaans: decidir ^(es)

2. afsluiten

Duits: beenden ^(de)
Engels: finish ^(en)

Papiamento: finalisá
Spaans: terminar ^(es)

besluiten tot

Duits: sich entschließen ^(de)

Zelfstandig naamwoord

besluiten mv

meervoud van het zelfstandig naamwoord besluit

Gangbaarheid

Het woord besluiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'besluiten' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.