beschaving
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beschaving (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /bə.ˈsχa.vɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /bə.ˈsxa.vɪŋ/
- (Limburg): /bə.ˈsxa.vɪŋ/
Woordafbreking
- be·scha·ving
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beschaving | beschavingen |
verkleinwoord | beschavinkje | beschavinkjes |
Zelfstandig naamwoord
beschaving v [2]
- de complexe maatschappij waarin veel van de mensen in steden leven en hun voedsel door middel van landbouw verkrijgen
- De Chinese beschaving staat al lange tijd op een hoog peil.
- de mate waarin iemand gevormd is
- Deze mensen zijn zonder enige vorm van beschaving, ze lezen niet, ze luisteren niet naar klassieke muziek, zijn niet volgens de laatste mode gekleed en praten plat.
Verwante begrippen
Hyponiemen
- buikdansbeschaving, overbeschaving, spektakelbeschaving
Afgeleide begrippen
- beschavingsbastion, beschavingsgeschiedenis, beschavingsideaal, beschavingsmissie, beschavingsniveau, beschavingsoffensief, beschavingspeil, beschavingsproces, beschavingsverval, beschavingsziekte
Vertalingen
1. de complexe maatschappij waarin veel van de mensen in steden leven en hun voedsel door middel van landbouw verkrijgen
Gangbaarheid
- Het woord beschaving staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beschaving' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.