beraden
Nederlands
Woordafbreking
- be·ra·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beraden |
beried beraadde |
beraden |
klasse 7
zwak -d
|
volledig |
Werkwoord
beraden
- wederkerend zich ~ overleg plegen en goed over een zaak nadenken alvorens een besluit te nemen
- Al berieden de wereldleiders zich in Durban, de toekomst van de planeet ging er niet veel beter uitzien.
Zelfstandig naamwoord
beraden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord beraad
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | beraden | beradener | beradenst |
verbogen | beradenste | ||
partitief | beradens | beradeners | - |
Antoniemen
- onberaden
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- beradenheid
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van beraden: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
Gangbaarheid
- Het woord beraden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beraden' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.