bemoeien

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·moei·en
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zich mengen in’ voor het eerst aangetroffen in 1637 [1]
  • afgeleid van moeien met het voorvoegsel be- [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bemoeien
bemoeide
bemoeid
zwak -d volledig

Werkwoord

bemoeien

  1. wederkerend zich ~ met: zich inlaten met zaken waar men niets mee te maken heeft
    • Hij bemoeit zich er weer eens mee. 
    • Wij mogen ons niet bemoeien met dingen, die ons niet aangaan.' [3] 
  1. wederkerend zich ~ met: zich bekommeren om iemand
    • Ik bemoei me met niemand. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bemoeien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.