bemanningslid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·man·nings·lid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bemanningslid bemanningsleden
verkleinwoord bemanningslidje bemanningslidjes

Zelfstandig naamwoord

bemanningslid o

  1. een werknemer aan boord van een vlieg- of vaartuig
    • Het bemanningslid deelde zakjes uit aan de mensen die moesten overgeven. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bemanningslid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.