bel-etage
Nederlands
![](../I/m/Verdieping-speciaal.svg.png)
bel-etage en andere verdiepingen
Woordafbreking
- bel-eta·ge
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘onderste verdieping’ voor het eerst aangetroffen in 1866 [1]
- Pseudo-Franse samenstelling van belle (mooi) en etage [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bel-etage | bel-etages |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
bel-etage v [3]
- (bouwkunde) in oude herenhuizen, kastelen en paleizen de (mooie) eerste verdieping of hoofdetage doorgaans gelegen boven een souterrain
- Ik liep naar een wenteltrap aan de achterkant, die naar de bel-etage leidde. [4]
Gangbaarheid
- Het woord bel-etage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bel-etage' herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "bel-etage" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- bel-etage op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Valens, Anton Het compostcirculatieplan 2016 ISBN 978-90-254-4685-7 pagina 9
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.