beklagen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·kla·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beklagen
beklaagde
bekloeg
beklaagd
klasse 6

zwak -d

volledig

Werkwoord

beklagen

  1. wederkerend zich ~: ontevredenheid uiten, klachten indienen
    • Ik beklaag me al jaren over die slechte service. 
  1. overgankelijk iemands leed bejammeren
    • Zijn lot werd door zijn gehele familie en vriendenkring beklaagd. 
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

beklagen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord beklag

Gangbaarheid

  • Het woord beklagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Duits

Werkwoord

beklagen

  1. wederkerend sich ~: zich beklagen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.