beklag
Nederlands
Woordafbreking
- be·klag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beklag | beklagen |
verkleinwoord | beklagje | beklagjes |
Zelfstandig naamwoord
beklag o
- het zich beklagen
- Hij ging zijn beklag doen bij de directeur, die dit alles veroorzaakt had.
Hyponiemen
- rouwbeklag, zelfbeklag
Afgeleide begrippen
- beklagprocedure
Uitdrukkingen en gezegden
beklag over iets doen:
- over iets klagen
Gangbaarheid
- Het woord beklag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beklag' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.