bejaardenhuis

Op bezoek in een bejaardenhuis

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·jaar·den·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bejaardenhuis bejaardenhuizen
verkleinwoord bejaardenhuisje bejaardenhuisjes

Zelfstandig naamwoord

bejaardenhuis o

  1. verzorgingshuis, bejaardentehuis, bejaardenhome, rusthuis, rustoord of woonzorgcentrum.
    • Steeds minder mensen gaan naar een bejaardenhuis. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bejaardenhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.