bejaardenhome

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·jaar·den·home
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bejaardenhome bejaardenhomes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

bejaardenhome o

  1. gebouw waar ouderen wonen en passende voorzieningen vinden
    • Het stadsbestuur belooft dat historische erfgoed extra in de watten te leggen en presenteerde daarom gisteren het zopas gerestaureerde bejaardenhome Astrid, of 'Hotel Van der Gracht de Rommerswael' zoals het officieel heet. [1]
  1. organisatie die ouderen gezamenlijke huisvesting en voorzieningen biedt
    • Ook oudere verpleegkundigen kunnen nu zonder weddeverlies overstappen, met behoud dus van anciënniteit en verdienste van een ziekenhuis naar een bejaardenhome. [2]
  1. ruimte waar ouderen uit de omgeving elkaar kunnen ontmoeten
    • Op woensdag 28 april zal door de diëtiste van de Nederlandse Hartstichting, mevr. Ottenheym-v. Hooyen, een kookdemonstratie en voorlichting over gezonde voeding worden gegeven ter bestrijding van hart- en vaatziekten. De demonstratie vindt plaats in de zaal van het bejaardenhome in het Gemeenschapshuis Neerbeek 's avonds om 8 uur. [3]

Gangbaarheid

  • Het woord bejaardenhome staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.