beheersen
Nederlands
Woordafbreking
- be·heer·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beheersen |
beheerste |
beheerst |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
beheersen
- Hij weet zijn gevoelens heel goed te beheersen.
- overgankelijk volledig verstaan
- De student beheerst de leerstof.
Vertalingen
1. meester zijn, het gezag uitoefenen
2. verstaan
Gangbaarheid
- Het woord beheersen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beheersen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.