beginneling

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·gin·ne·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van beginnen met het achtervoegsel -ling met het invoegsel -e-
enkelvoud meervoud
naamwoord beginneling beginnelingen
verkleinwoord beginnelingetje beginnelingetjes

Zelfstandig naamwoord

beginneling m

  1. een beginner, een nieuweling bij iets
    • Hij is nog een beginneling. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord beginneling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.