batsen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bat·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
batsen
batste
gebatst
zwak -t volledig

Werkwoord

batsen

  1. slaan.
  2. (jongerentaal) geslachtsgemeenschap hebben
    • Zij lagen in die kamer te batsen. 
Synoniemen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

batsen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bats

Gangbaarheid

  • Het woord 'batsen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.