batsen
Nederlands
Woordafbreking
- bat·sen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
batsen |
batste |
gebatst |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
batsen
- slaan.
- (jongerentaal) geslachtsgemeenschap hebben
- Zij lagen in die kamer te batsen.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'batsen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.