fuck

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fuck
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘tussenwerpsel: uitroep van ergernis’ voor het eerst aangetroffen in 1986 [1]
  • Leenwoord uit het Engels. [2]

Werkwoord

vervoeging van
fucken

fuck

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fucken
    • Ik fuck. 
  2. gebiedende wijs van fucken
    • Fuck! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fucken
    • Fuck je? 

Tussenwerpsel

fuck

  1. kreet wanneer iemand schrikt
    • Fuck fuck fuck! Dit gaat fout! 
  1. kreet wanneer iemand niet gelukkig is met de situatie
    • Fuck, mijn telefoon is kapot. 

Gangbaarheid

  • Het woord fuck staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
vervoeging
onbepaalde wijs to fuck
he/she/it fucks
verleden tijd fucked
voltooid
deelwoord
fucked
onvoltooid
deelwoord
fucking
gebiedende wijs fuck

Werkwoord

fuck

  1. (dysfemisme), (seksualiteit) neuken
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.