barkeeper

Een barkeeper.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bar·kee·per
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘barman’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
  • van het Engels, samenstelling van  bar   en  keeper   [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord barkeeper barkeepers
verkleinwoord barkeepertje barkeepertjes

Zelfstandig naamwoord

barkeeper m

  1. (beroep) iemand die achter de bar staat en drankjes voor de gasten inschenkt
Synoniemen
Verwante begrippen
  • barkeepster
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord barkeeper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.