bankbiljet
Nederlands
Woordafbreking
- bank·bil·jet
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bank en biljet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bankbiljet | bankbiljetten |
verkleinwoord | bankbiljetje | bankbiljetjes |
Zelfstandig naamwoord
bankbiljet o
- (financieel) een betaalmiddel uitgegeven door een (centrale) bank van papier of kunststof dat is bedrukt met een tekst waaruit een tegenwaarde blijkt
- U kunt bij ons geen bankbiljetten van €500,- inwisselen.
Vertalingen
1. een betaalmiddel van papier
Gangbaarheid
- Het woord bankbiljet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bankbiljet' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.