bagagekluis
Nederlands
Woordafbreking
- ba·ga·ge·kluis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bagage en kluis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bagagekluis | bagagekluizen |
verkleinwoord | bagagekluisje | bagagekluisjes |
Zelfstandig naamwoord
bagagekluis v/m
- afsluitbare ruimte die men kan huren om bagage voor korte tijd achter te laten
- De twee terroristen waren een paar uur voordat de aanslagen in Parijs plaatsvonden - waarbij 129 doden vielen en honderden gewonden- met de bus van Brussel naar Amsterdam gereisd. Krayem heeft naar eigen zeggen twee uur op Schiphol rondgelopen om te zoeken naar bagagekluizen die groot genoeg waren om de wapens en explosieven in op te slaan. Volgens hem is dat niet gelukt.[1]
Vertalingen
1. afsluitbare ruimte die men kan huren om bagage voor korte tijd achter te laten
Gangbaarheid
- Het woord bagagekluis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- NRC Maarten Back 10 maart 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.