badstof
Nederlands
Woordafbreking
- bad·stof
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bad en stof
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | badstof | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
badstof v/m
- ruwe stof om je af te drogen na het baden, een katoenen weefsel, waarbij kettingdraden tot lussen zijn gevormd
- De handdoek is gemaakt van badstof
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | badstof | ||
verbogen |
Gangbaarheid
- Het woord badstof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'badstof' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.