badmuts

Nederlands

meisjes met badmutsen
Uitspraak
Woordafbreking
  • bad·muts
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord badmuts badmutsen
verkleinwoord badmutsje badmutsjes

Zelfstandig naamwoord

badmuts v/m

  1. waterdichte muts die vooral vrouwen dragen tijdens het zwemmen met als doel de haren droog te houden en bij wedstrijdzwemmer om de weerstand in het water te verminderen
    • De waterpoloërs van de beide teams waren te herkennen aan hun badmuts van verschillende kleur. 
  1. een dom persoon
  2. een persoon met een kaal hoofd ook wel klale knikker of biljartbal genoemd

Gangbaarheid

  • Het woord badmuts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.