backen
Nederlands
Woordafbreking
- bac·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
backen |
backte |
gebackt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
backen
Hyponiemen
- barebacken
Gangbaarheid
- Het woord backen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'backen' herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen. |
Duits
Uitspraak
- IPA:
Middelhoogduits
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudhoogduitse werkwoord pachan
Vervoeging
- sterk
- voltooid deelwoord: gebacken
Hyponiemen
- niuwebacken
- nuowebacken
- verbacken
Afgeleide begrippen
- backgeschirre
- backhûs
- backîsen
- backmeister
- backoven
- backschirre
- backwerk
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.