babyzaak
Nederlands
Woordafbreking
- ba·by·zaak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van baby zn en zaak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | babyzaak | babyzaken |
verkleinwoord | babyzaakje | babyzaakjes |
Zelfstandig naamwoord
babyzaak m
- een winkel waar men zaken verkoopt die men nodig heeft voor de verzorging van een heel jong kind
- Het bureau doet ook een aantal voorstellen ter verbetering. Zo schetst het enkele concrete branches die toegestaan zouden moeten worden, zoals een grote sportzaak, een babyzaak (ontbreekt in Almelo na vertrek Prénatal, red.), een witgoed/bruingoed- en elektronicazaak en een grote speelgoedzaak. [1]
- (juridisch) rechtszaak betreffende een baby
- Volgens de advocaten heeft het OM in de babyzaak op in totaal 70 punten de opsporingsregels aan zijn laars gelapt. De rechtbank oordeelde ook dat het OM nog meer fouten maakte in de zaak. [2]
Gangbaarheid
- Het woord 'babyzaak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'babyzaak' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia 01-01-17 Woonboulevard Almelo moet de strijd weer aangaan met concurrenten
- Reformatorisch Dagblad 04-07-2013 OM in beroep om vervolging ouders dode baby
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.