autosleutel
Nederlands
Woordafbreking
- au·to·sleu·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van auto en sleutel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autosleutel | autosleutels |
verkleinwoord | autosleuteltje | autosleuteltjes |
Zelfstandig naamwoord
autosleutel m
- sleutel die toegang geeft tot een motorvoertuig
Gangbaarheid
- Het woord autosleutel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'autosleutel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.