assistentie
Nederlands
Woordafbreking
- as·sis·ten·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘bijstand’ voor het eerst aangetroffen in 1467 [1]
- Naamwoord van handeling van assisteren met het achtervoegsel -entie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | assistentie | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
assistentie v
- het verlenen van hulp
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord assistentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'assistentie' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.