artiest
Nederlands
Woordafbreking
- ar·tiest
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kunstenaar’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1553 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | artiest | artiesten |
verkleinwoord | artiestje | artiestjes |
Zelfstandig naamwoord
artiest m
- (beroep) iemand die zijn creatieve talenten gebruikt om kunst te maken, uitvoerend kunstenaar
- Het jonge meisje voelde zich al een hele artiest toen ze op de vrijmarkt speelde op haar viool.
Hyponiemen
|
|
|
|
|
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
|
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord artiest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'artiest' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.