artiest

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·tiest
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kunstenaar’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1553 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord artiest artiesten
verkleinwoord artiestje artiestjes

Zelfstandig naamwoord

artiest m

  1. (beroep) iemand die zijn creatieve talenten gebruikt om kunst te maken, uitvoerend kunstenaar
    • Het jonge meisje voelde zich al een hele artiest toen ze op de vrijmarkt speelde op haar viool. 
Synoniemen
Hyponiemen
  • chantantartiest
  • dancehallartiest
  • filmartiest
  • platenartiest
Afgeleide begrippen
  • artiestenbuurt
  • artiestencafé
  • artiestenfoyer
  • artiestengala
  • artiestengalas
  • artiestenvak
  • artiestenvlo
  • artiestenvolk
  • artiestenwereld
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord artiest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.