vrijmarkt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrij·markt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vrijmarkt vrijmarkten
verkleinwoord vrijmarktje vrijmarktjes

Zelfstandig naamwoord

vrijmarkt v/m

  1. een markt waarop iedereen zonder te betalen of te reserveren zijn handelswaar mag verkopen
    • Op Koningsdag zijn er grote vrijmarkten in veel steden en dorpen. 

Gangbaarheid

  • Het woord vrijmarkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.