armsgat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • armsĀ·gat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord armsgat armsgaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

armsgat o [1]

  1. opening (meestal in kleding) waardoor men de arm kan steken en waaraan vaak een mouw is vastgemaakt
    • Klinisch pedagoge M. l'Hoir, verbonden aan de wiegendood-polikliniek van het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) in Utrecht, die het grootste deel van het onderzoek heeft uitgevoerd, geeft het advies om een baby met zijn voeten bijna tegen het voeteneind te slapen te leggen. Een baby kan dan moeilijk onder de dekens verzeild raken. Een passende slaapzak met armsgaten maakt het een baby moeilijker om zich op zijn buik te draaien.[2] 
    • Rien Verhoeckx heeft in Milaan gewerkt en ontwerpt nu in Parijs voor Chloe. Sommige van zijn kledingstukken zitten zo ingenieus in elkaar, dat je pas bij het bekijken van de videoband in de galerie weet wat armsgat is en wat broekspijp.[3]  
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord armsgat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
63 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC 19 november 1996
  3. NRC Tracy Metz 12 april 1990
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.