arbeidskracht
Nederlands
Woordafbreking
- ar·beids·kracht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van arbeid en kracht met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidskracht | arbeidskrachten |
verkleinwoord | arbeidskrachtje | arbeidskrachtjes |
Zelfstandig naamwoord
arbeidskracht v / m [1]
- het vermogen om arbeid te (kunnen) verrichten
- (economie) ieder van de personen die aan voornoemd criterium voldoen of daadwerkelijk werken
Gangbaarheid
- Het woord arbeidskracht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.