arbeidersklasse
Nederlands
![](../I/m/Herdenkingsplaquette_voor_de_SDB_Groningen_Nederland.jpg)
overwegende dat de emancipatie van de arbeidersklasse het werk van de arbeidersklasse zelf moet zijn
Woordafbreking
- ar·bei·ders·klas·se
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van arbeider en klasse met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidersklasse | arbeidersklassen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
arbeidersklasse v [1]
- de groep mensen die uitsluitend van haar arbeid leeft
- ‘Nee tegen het fascisme en de eenmansdictatuur’ is de leus achter het podium, in het Nederlands, Turks en Koerdisch. Serda Nehirci van de Nieuwe Democratische Jongeren keert zich in haar toespraak tegen „de onderdrukking van de volkeren, de arbeidersklasse, de geloofsgroepen, de vrouwen, lgbti’s”. Bang voor de gevolgen van haar stellingname is ze niet, zegt ze na afloop. „Er is onrechtvaardigheid. Kun je dan met een gerust hart naar bed als je daar niets aan doet?” Bij haar volgende bezoek aan Turkije zal ze weer iets langer worden ondervraagd, verwacht Nehirci.[2]
Synoniemen
- arbeidersbevolking, proletariaat
Gangbaarheid
- Het woord arbeidersklasse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.