apologie
Nederlands
Woordafbreking
- apo·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘verdediging’ voor het eerst aangetroffen in 1567 [1]
- met het voorvoegsel apo- met het achtervoegsel -logie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | apologie | apologieën |
verkleinwoord | apologietje | apologietjes |
Zelfstandig naamwoord
apologie v
- een mondelinge of schriftelijke verdediging van een persoon, zaak of leer tegen onrechtvaardige aanvallen
- het verheerlijken, goedpraten, bagatelliseren of ontkennen van ernstige misdrijven zoals volkerenmoord of terreurdaden
Verwante begrippen
- apologeet, apologetiek, verdedigingsbeginsel, verdedigingssysteem, verweer, zelfverdediging
Vertalingen
1. een mondelinge of schriftelijke verdediging van een persoon, zaak of leer tegen onrechtvaardige aanvallen
Gangbaarheid
- Het woord apologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'apologie' herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.