verweer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·weer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verweer verweren
verkleinwoord verweertje verweertjes

Zelfstandig naamwoord

verweer o [2]

  1. verdediging, tegenstand
Synoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
verweren

verweer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verweren
    • Ik verweer. 
  2. gebiedende wijs van verweren
    • Verweer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verweren
    • Verweer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord verweer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.