verweer
Nederlands
Woordafbreking
- ver·weer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verweer | verweren |
verkleinwoord | verweertje | verweertjes |
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verweren |
verweer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verweren
- Ik verweer.
- gebiedende wijs van verweren
- Verweer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verweren
- Verweer je?
Gangbaarheid
- Het woord verweer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verweer' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.