apartheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • apart·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Afrikaans, in de betekenis van ‘rassenscheiding’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
  • afgeleid van apart met het achtervoegsel -heid [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord apartheid apartheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

apartheid v

  1. (politiek) de in Zuid-Afrika door de blanke overheid in het verleden opgelegde scheiding tussen de verschillende rassen
    • De kleine apartheid was het bekendst en omvatte de raciale segregatie binnen woongemeenschappen. 
  1. het apart zijn
    • apartheid kan dus ook zijn: 'het heel bijzondere, het buitenissig mooie 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord apartheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.