annexatie
Nederlands
Woordafbreking
- an·nexa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘inlijving’ voor het eerst aangetroffen in 1870 [1]
- Naamwoord van handeling van annexeren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | annexatie | annexaties |
verkleinwoord | annexatietje | annexatietjes |
Zelfstandig naamwoord
annexatie v
- het (met geweld) grondgebied toeëigenen
- De oorlog resulteerde in de annexatie van grote gebieden die nog nooit bij die staat hadden gehoord.
Vertalingen
1. het verplicht of gedwongen toetreden tot een groep
Gangbaarheid
- Het woord annexatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'annexatie' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.