analgeticum

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·al·ge·ti·cum
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘pijnstiller’ voor het eerst aangetroffen in 1910 [1]
  • afgeleid van analgeet met het achtervoegsel -icum [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord analgeticum analgetica
verkleinwoord analgeticumpje analgeticumpjes

Zelfstandig naamwoord

analgeticum o

  1. (medisch) een pijnstiller
    • Hoe lang zit hij al aan de analgetica? 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord analgeticum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
42 %van de Nederlanders;
68 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.