allerminst
Nederlands
Woordafbreking
- al·ler·minst
Bijvoeglijk naamwoord
allerminst
- bijzonder gering
- Bij de allerminste aanraking gilde het slachtoffer van het ongeval het uit van pijn.
Bijwoord
allerminst
- in het geheel niet
- Hij was daar allerminst tevreden over.
- Een van de vijf opende tenslotte zijn mond en sprak Nemo aan. Zijn stem klonk allerminst vriendelijk. 'Wie ben jij?' vroeg hij. 'En wat kom je doen in Palettania?' [1]
Gangbaarheid
- Het woord allerminst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'allerminst' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.