agroloog

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • agro·loog
Woordherkomst en -opbouw
  • met het voorvoegsel agro- met het achtervoegsel -loog
enkelvoud meervoud
naamwoord agroloog agrologen
verkleinwoord agroloogje agroloogjes

Zelfstandig naamwoord

agroloog m

  1. (landbouw) (beroep) iemand die zich bezig houdt met bodemkunde op landbouwkundig gebied
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'agroloog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.