afwateren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·wa·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afwateren
waterde af
afgewaterd
zwak -d volledig

Werkwoord

afwateren

  1. overtollig water afvoeren
    • Het dak waterde via een regenpijp af naar de regenput. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afwateren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.