afstappen
Nederlands
Woordafbreking
- af·stap·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af en stappen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afstappen |
stapte af |
afgestapt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
afstappen [1]
- ermee ophouden, ervan afzien
- onovergankelijk omlaag stappen (van een fiets etc.)
- onovergankelijk uitstappen (uit een voertuig)
Gangbaarheid
- Het woord afstappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afstappen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.