afranselen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ran·se·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afranselen
ranselde af
afgeranseld
zwak -d volledig

Werkwoord

afranselen

  1. overgankelijk mishandelen door middel van het toedienen van slaag
    • Hé, hou op met het afranselen van die jongen, anders bel ik de politie! 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afranselen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.