aframmeling

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ram·me·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aframmeling aframmelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

aframmeling v

  1. pak slaag ook figuurlijk
    • Dat hoofdletsel zou Nohely volgens de moeder hebben opgelopen toen ze na een trap in haar maag met haar hoofd tegen de wand klapte. De kneuzingen waren van eerder datum en het gevolg van een aframmeling met een riem.[1] 
    • De aandelenbeurzen in het Midden-Oosten kregen dinsdag wel een flinke aframmeling. De hoofdgraadmeter in Saudi-Arabië spande de kroon met een verlies van 7,5 procent, gevolgd door de beurzen in Abu Dhabi en Dubai die respectievelijk 7,2 en 5,6 procent inleverden.[2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aframmeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.