afrossing

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ros·sing
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van afrossen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord afrossing afrossingen
verkleinwoord afrossinkje afrossinkjes

Zelfstandig naamwoord

afrossing v

  1. (het toedienen van) een pak slaag.
    • Hij kreeg een afrossing omdat hij zich irritant had gedragen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'afrossing' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.