afpeigeren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·pei·ge·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afpeigeren
peigerde af
afgepeigerd
zwak -d volledig

Werkwoord

afpeigeren

  1. overgankelijk (Jiddisch-Hebreeuws) (informeel) afmatten, dodelijk vermoeien, uitputten[4]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord afpeigeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. afpeigeren op website: Etymologiebank.nl
  3. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  4. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.