afkloppen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afkloppen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑfklɔpə(n)/
Woordafbreking
  • af·klop·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afkloppen
klopte af
afgeklopt
zwak -t volledig

Werkwoord

afkloppen

  1. soort van ritueel waarbij men door op iets te kloppen, het lot probeert te sturen, in het bijzonder het uit bijgeloof kloppen op onbewerkt hout om te voorkomen dat een uitgesproken onheil werkelijkheid zal worden
    • In mijn gevoel is het bijna ondenkbaar dat het geheel nu toch nog in een bloedbad zou eindigen, maar... afkloppen ga ik dit nu wel. [1]
  1. textiel door slaande bewegingen over de gehele oppervlakte ontdoen van stof of vergelijkbare verontreiniging
    • Ook Huizinga's studenten, de beide Romeins wisten: je moet eerst wel héél goed je schoenen vegen en je jas afkloppen als je bij deze man het huis ingaat. [2]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afkloppen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.