afkloppen
Nederlands
Woordafbreking
- af·klop·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en kloppen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afkloppen |
klopte af |
afgeklopt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
afkloppen
- soort van ritueel waarbij men door op iets te kloppen, het lot probeert te sturen, in het bijzonder het uit bijgeloof kloppen op onbewerkt hout om te voorkomen dat een uitgesproken onheil werkelijkheid zal worden
- In mijn gevoel is het bijna ondenkbaar dat het geheel nu toch nog in een bloedbad zou eindigen, maar... afkloppen ga ik dit nu wel. [1]
- textiel door slaande bewegingen over de gehele oppervlakte ontdoen van stof of vergelijkbare verontreiniging
- Ook Huizinga's studenten, de beide Romeins wisten: je moet eerst wel héél goed je schoenen vegen en je jas afkloppen als je bij deze man het huis ingaat. [2]
Vertalingen
1. soort van ritueel waarbij men door op iets te kloppen, het lot probeert te sturen
Gangbaarheid
- Het woord afkloppen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afkloppen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Kan, W. (ed. F. Rühl) De dagboeken 1968-1983. De televisietijd. (1989) Uitgeverij Balans, Amsterdam; ISBN 9050180701; p. 148; geraadpleegd 2017-04-06
- Hanssen, L. "Versteende bloemen en vervloeiende grenzen. Huizinga en de cultuurkritiek" in: De Gids. jrg. 155 nr.9 (september 1992) Meulenhoff Nederland, Amsterdam; p. 711; geraadpleegd 2017-04-06
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.