afdruiprek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afdruiprek    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈɑfdrœʏpˌrɛk/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɑfdrœːpˌrɛk/
Woordafbreking
  • af·druip·rek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afdruiprek afdruiprekken
verkleinwoord afdruiprekje afdruiprekjes

Zelfstandig naamwoord

afdruiprek o

  1. een open raamwerk waarin pasgewassen vaatwerk gezet wordt om het aanhangende vocht af te laten vloeien
    • Haal de borden even uit het afdruiprek, ze zijn nu wel droog. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afdruiprek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.