afdruiprek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afdruiprek (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈɑfdrœʏpˌrɛk/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɑfdrœːpˌrɛk/
Woordafbreking
- af·druip·rek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van afdruip ww en rek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afdruiprek | afdruiprekken |
verkleinwoord | afdruiprekje | afdruiprekjes |
Zelfstandig naamwoord
afdruiprek o
- een open raamwerk waarin pasgewassen vaatwerk gezet wordt om het aanhangende vocht af te laten vloeien
- Haal de borden even uit het afdruiprek, ze zijn nu wel droog.
Vertalingen
1. een open raamwerk waarin pasgewassen vaatwerk gezet wordt om het aanhangende vocht af te laten vloeien
Gangbaarheid
- Het woord afdruiprek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afdruiprek' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.