ademloos

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • adem·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van adem (ook stam van het werkwoord ademen) met het achtervoegsel -loos
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ademloosademlozerademloost
verbogen ademlozeademlozereademlooste
partitief ademloosademlozers-

Bijvoeglijk naamwoord

ademloos

  1. erg stil of zelfs zonder adem te halen
    • Na het vuur daalde er een ademloze stilte neer. 
  1. geboeid
Vertalingen

Bijwoord

ademloos

  1. op ademloze wijze
    • De kinderen zaten ademloos te luisteren. 

Gangbaarheid

  • Het woord ademloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.