derrière

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • der·ri·è·re
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘achterste’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • van het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord derrière derrières
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

derrière v / m [3]

  1. (anatomie) achterwerk

Gangbaarheid

  • Het woord derrière staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.