accijns
Nederlands
Woordafbreking
- ac·cijns
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘verbruiksbelasting’ voor het eerst aangetroffen in 1629 [1]
- uit het Frans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | accijns | accijnzen |
verkleinwoord | accijnsje | accijnsjes |
Zelfstandig naamwoord
accijns m
- (financieel) (economie) (juridisch) belasting die direct geheven wordt bij de aan en verkoop van goederen.
- De overheid wilde de accijns op sigaretten verhogen.
- Door verhoging van de accijns probeert de regering het gebruik van benzine te ontmoedigen.
Verwante begrippen
Hyponiemen
- alcoholaccijns, benzineaccijns, bieraccijns, drankaccijns, tabaksaccijns
Vertalingen
1. belasting op verbruiksgoederen
Gangbaarheid
- Het woord accijns staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'accijns' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.