aanvechten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanvechten    (hulp, bestand)
  • IPA: /'aɱˌvɛxtə(n)/
Woordafbreking
  • aan·vech·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanvechten
vocht aan
aangevochten
klasse 3 volledig

Werkwoord

aanvechten

  1. overgankelijk betwisten
    • Hij vocht het oordeel aan bij de rechter. 
    • De student vocht de onvoldoende die hij gekregen had aan bij de examencommissie. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanvechten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.