aanvaardbaar
Nederlands
Woordafbreking
- aan·vaard·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aanvaarden met het achtervoegsel -baar.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aanvaardbaar | aanvaardbaarder | aanvaardbaarst |
verbogen | aanvaardbare | aanvaardbaardere | aanvaardbaarste |
partitief | aanvaardbaars | aanvaardbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
aanvaardbaar
- te aanvaarden, acceptabel
- Hij heeft ons een aanvaardbaar voorstel gedaan.
- De kwaliteit van de maaltijd in dit restaurant was aanvaardbaar, maar dus niet echt goed.
Vertalingen
1. te aanvaarden
Gangbaarheid
- Het woord aanvaardbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanvaardbaar' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.