aantijgen
Nederlands
Woordafbreking
- aan·tij·gen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘beschuldigen’ voor het eerst aangetroffen in 1562 [1]
- samenstelling van aan vz en tijgen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aantijgen |
teeg aan |
aangetegen |
klasse 1 | volledig |
Werkwoord
aantijgen
- overgankelijk aantrekken
- overgankelijk aanwrijven, beschuldigen van iets
- Hem werd het onbevoegd en onbekwaam verlenen van geneeskundige zorg aangetegen.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord aantijgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aantijgen' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.